Oeuvre                             Max Niematz


 

proza

 

In de schaduw van toekomstige rampen (roman, AtlasContact 2012)

 

Schrijver dreigt het contact met de werkelijkheid te verliezen. Hij wil leven, alleen maar leven. Met dat doel zet hij definitief een punt achter zijn carriere, vertrekt in een oude Mercedes naar Wenen en raakt prompt verliefd op die prachtstad met haar grootse verleden. Op den duur deprimeert Wenen hem toch ook, zoals een vrouw dat doet die niet op je liefde zit te wachten. Is de werkelijkheid wel de juiste biotoop voor een geboren schrijver? Het is een vraag die Hendrik zelf niet meer kan beantwoorden, aangezien hij dan al in een staat van verregaande waanzin verkeert.

 

 

 

 

Zeven dagen oud brood (roman, Contact 2010)

 

Vaak is de tragedie het leven van haar slachtoffers al binnengegaan zonder dat ze het beseffen. Dat zou het geval kunnen zijn met de personages van dit boek. Jack de Goede heeft zijn moeder nooit gekend en is opgevoed door een zwijgzame vader. Het enige lichtpuntje in die tijd was oom Gilbert, een bereisd en kleurrijk man, lid van de Internationale. Maar ook het genoegen van diens bezoeken viel weg, toen pa met hem brak, aangezien oom het lef had te trouwen met een twintig jaar jongere vrouw.

Na de dood van pa vertrekt Jack op oom Gilberts uitnodiging naar de Cevennen, waar deze een vervallen burcht opknapt. De ontmoeting met zijn bekoorlijke tante Agatha, die op despotische wijze een bont gezelschap werknemers aanstuurt, vormt het begin van roerige en duistere ontwikkelingen. Jack kan er geen vat op krijgen. Ziet hij spoken? Wel is het hem duidelijk dat zijn beeld van dierbare oom Gilbert drastische herziening behoeft.

 

 

  

Het wachtlokaal (roman, Contact 2009)

Sublimeren zit Miel Swartjes in het bloed, zijnde zwak en zinnelijk van karakter en vast van plan die negatieve aanleg te overwinnen. Zijn oproep voor militaire dienstplicht komt dan ook zeer gelegen. Een harde leerschool is precies wat hij nodig heeft. Afgezien van een enkele veldoefening blijkt het militaire leven weinig opwindend. Des te groter de noodzaak de spanning te zoeken in het detail. Zo stelt Swartjes met zijn timmermansoog vast dat generaal Van Hagevoorts ietsjes scheef staat bij het appel, zeker twee graden. Het geestdodende wachtkloppen en de schraalheid van het lokaal doorstaat hij met de gedachte dat een schoenendoos altijd nog saaier is vanbinnen.

De schaduwkanten van het kazernebestaan gaan op den duur wel overheersen. Hoelang kun je getreiter en verraad beantwoorden met humor en fantasie? De zwaarste beproeving komt als de kantinebaas Van Gorp zijn nek breekt en diens vrouw Miep de manschappen gaat bedienen. Swartjes raakt wanhopig in de ban van haar witte mohairen vestje. 'Gelukkig dat je haar maar half te zien kreeg vanwege de vitrine. Die ene helft was al bijna te veel...'

 

 

 

Kromzicht (roman, Contact 2008)



Kromzicht is een ogenschijnlijk rustige plattelandsgemeenschap waar de rivaliteit tussen twee boerenfamilies, Hensius en Tiedema, jaar in jaar uit geamuseerd gevolgd wordt door de dorpsbewoners. Wanneer een nieuwe generatie de veebedrijven overneemt, ontaardt de rivaliteit in een regelrechte vete. De excentrieke veefokker Ludo Hensius legt zich in toenemende mate toe op het kweken van een superras, terwijl de trage maar degelijke Berend Tiedema vasthoudt aan het kruisen van meerdere rassen. Bij Tiedema eten de knechten nog in de stal, bij Hensius mogen ze aan tafel mee-eten. Maar de ruzie gaat verder dan het fokken van koeien of de omgang met personeel. Een jong meisje wordt inzet van een openlijke strijd, die eindigt tijdens een nacht waarin heel Kromzicht wakker schrikt van het geloei van koeien en andere verdachte geluiden.

 

Tweemaal Flip & een borsalino(roman, Contact 2003)

Dat de krachten van de natuur sterker zijn dan menselijke idealen wordt weer eens bewezen aan Waldo Kostbinder, hoofdpersonage van dit boek.
Ooit, in het benauwde Brabant van de jaren vijftig, heeft hij zijn vrienden Severijns en Oerlemans eeuwige trouw gezworen. Die eed komt hem rond zijn twintigste duur te staan.
Severijns vindt hij maar een ouwezeur. Zelf moet hij van de vitale maar cynische Oerlemans niets dan minachting ondervinden. Wanneer de meisjes Laurien en Dorris hun intrede doen, komt de verhouding in toenemende mate onder spanning te staan.
En overal zijn ogen en oren. Pa en ma Oerlemans, de onvergetelijke ome Dree, de zakenman Beng, bisschop O Connor, de missionarissen Hannes en Guido en tientallen anderen zijn getuige van het psychodrama.
Het zal nog een hele tijd duren en het zal hem ver weg voeren, voordat Waldo tot de ontluisterende bevinding komt dat het beetje geluk dat hem ten deel is gevallen, slechts mogelijk was dankzij lafheid en verraad.
Tweemaal Flip & een borsalino is Niematz opus herculeum, een openhartig, lichtzinnig en geestig boek, meeslepend, diep menselijk en vol verrassende wendingen, gezet in een heldere, verkwikkend nuchtere stijl.


Op de leegte(roman, Contact 1999)

Lex Fernhout heeft veertig jaar bij zijn moeder bewoond. Hij haat haar, maar wanneer ze tenslotte naar een flat verhuist, kan hij zich niet in zijn eentje redden.
Lex is leraar, lid van de sectie Frans, die behalve hem nog drie leden telt: de vooruitstrevende, bedillerige sectievoorzitter Balein en de uitgebluste, bij het oude zwerende schoolmeesters Stoof en Wiedema. Met Balein is Lex eigenlijk alleen maar bevriend vanwege hun strijd tegen die laatste twee collega s. Het moeizame evenwicht wordt verstoord, wanneer de sectie wordt uitgebreid met een vijfde man:
de jonge vrijgevochten narcist Custor Bos, die het onderwijs veracht en het liefst op kosten van de staat een onafhankelijk leventje zou willen leiden, gewijd aan luiheid, literatuur en leegte, inzonderheid aan de zeilsport.
Lex raakt wanhopig gefascineerd door de plaagzieke Custor, een ontwikkeling die door de rest van het corps met lede ogen wordt bezien. Terwijl Balein Custors bloed kan drinken, wordt Lex gekweld door liefde, haat en wroeging. Steeds meer verward tussen het belang van de school en zijn heimelijke gevoelens voor Custor start Lex een psychologische oorlog die eindigt in een drama.


Eilandvrees (roman, Contact 1998)

Hoe een eilander worden? Voor die vraag ziet Kristian Toss zich gesteld als hij na jarenlang reizen besluit zich te vestigen op Peack, een mooi tropisch eiland.
Het leven zou er aangenaam moeten zijn, maar Peack blijkt een hel. De bewoners zijn hem goedgezind, maar onderling haten ze elkaar. Elk van de partijen probeert hem voor zich te winnen.
Als Toss weigert te kiezen, maken de eilanders hem het leven onmogelijk. Toss reageert met een vlucht naar binnen en vervreemdt. Teleurgesteld in zijn dromen en na zijn laatste vrienden te hebben verloren zet hij het experiment voort op een verlaten eilandje in de buurt.
Hij is er gelukkig, maar voor hoelang? De bewoners van Peack laten hem geen rust.
Misschien valt Eilandvrees nog het beste te definieren als een roman die de vlucht uit de werkelijkheid beschrijft in termen van verlangen ernaar.


Twee vreemden in een bootje(verhalen, Veen 1995)

Met grote verbeeldingskracht beschrijft Max Niematz in dit verhalendebuut de wereld van de gekte, van de zinsbegoochelde mens.
Dat het allesbehalve een irreele wereld is weet de schrijver met warme, levensechte humor aannemelijk te maken.
De verhalen gaan diep zonder zwaarwichtig te worden; het zijn intrigerende vertellingen, geschreven met veel gevoel en aandacht voor het menselijk element, in een eigenzinnige stijl.
De kok die illusies voorschotelt; de adolescent die niet kan kiezen tussen zijn idool en zijn geliefde, en met lege handen achterblijft; de ondergang van een geniale pianist gezien door de ogen van een neefje dat hem aanbidt - deze en andere verhalen maken dit boek tot een bijzondere leeservaring.

 

 

 

poezie:

 


Zielsvrienden (gedichten, De Arbeiderspers 1991)

Hoewel de gedichten in deze bundel weinig andere onderlinge samenhang vertonen dan hun zielsverbondenheid met de dichter, zijn ze in drie groepen verdeeld, dit enkel omdat de gedichten van het middelste deel als gemeenschappelijke factor hebben dat ze in Wenen zijn ontstaan.
Dat dit automatisch nog twee parten oplevert, te weten: een eerste en een laatste, is een raadsel waarvan wij de oplossing maar liever aan de mathematici overlaten. De gewoonste dingen zijn nu eenmaal het geheimzinnigst.

relicten

De laatste tram is voorbij,
de eerste moet nog gecreeerd.
Alles verkeert hier in ademnood,
asemmer en lauwe stoof stammen
van weleer. Vriendin, vraag ik,
                                                is Thebe al gevallen? Een spijtige

                                                beaming gaat door haar oog. Alsof
                                                we vonken waren, ternauwernood
                                                nog gaande, as die in de bouwval
                                                dooft. Relicten zijn we en schier-
                                                bestaanden. Niets zo stil, of
                                                een knispering kust ons dood.


 

Een wonder van Morpheus (gedichten, BZZTOH 1989)

shuttle

Voordat je resten de grond raken,
verkleefd lichaampje van veren, heen en weer
suizend tussen dikke vrienden - clubgeest
heerst in hun midden... Jij bent het suizen
meer dan zat, maar zij, ja, wat zijn zij eigenlijk?
Een lidmaatschap, of vrinden voor het leven?
Zij meppen erop los, berekenen de luchtstromen
en draaien om hun as. Het knapenkoor
repeteert in huize Veritas: Geef mij vleugels
als een duif, Heer, en ik kom vliegen.
 

 

De Bestijging van Popoque (gedichten, BZZTOH 1987)

Debuut, een odyssee langs de aloude pleisterplaatsen, op zoek naar poezie.

n Heel eind zijn we gekomen, moeder,
op onze in elkaar geknutselde benen, langs
snelwegen buitenaards dreigend, met deze
aardappelmoeheid waaraan wij lijden,
op de tandem der moederbinding,
Een ritme, een beweging.

Uit dezelfde kruik hebben we gedronken,
dezelfde spenen, in kamers als deze
onze lichamen ge-ent, afglijdend naar blauwe
diepten, voor altijd weer vreemden.
Welkomen uw bloed, moeder, om te
lengen het mijne ongelegen.