Biografie
Max Niematz werd geboren in Tilburg in het jaar 1942. Met het doorlopen van de lagere school, het gymnasium A en de kunstacademie aldaar, en het behalen in 1979 van het doctoraal examen Engelse Taal en Letteren en Oudgermanistiek aan de Universiteit van Amsterdam sloot hij - na tweeendertig jaar - met goed gevolg zijn opleiding af, waarna hij enige jaren leraar was op een middelbare school in het noorden des lands. Zijn schoolloopbaan was met name zo indrukwekkend lang, omdat hij tussendoor veel reisde. Hoewel hij zichzelf bij herhaling een onverbeterlijke huismus noemt, trok hij als tiener al het grootste deel van Europa door. Bij zijn in dienst treden als leraar had hij er wereldreizen op zitten naar Brazilie, Argentinie, Irak, Koeweit, Pakistan, Sumatra, Soedan, Ethiopie, Kenya en Rusland. Na een jaar te hebben doorgebracht in de binnenlanden van Maleisisch Borneo verliet hij de werkplek voor, zowel als achter de schoolbanken definitief. De wereldkaart lag weer voor hem open en hij vertrok met vrouw en kinderen voor twee jaar naar het eiland Sint-Maarten, waar hij zijn eerste gedichten schreef, resulterend in de bundel De bestijging van Popoque. Tevens nam hij vandaar bij zijn terugkeer naar Nederland ervaringen mee voor de roman die hij ooit zou willen schrijven en die zeventien jaar later inderdaad verscheen onder de titel Eilandvrees.
Niematz debuteerde met zijn Caraibische bundel in 1987 bij BZZTOH, twee jaar later gevolgd door Een wonder van Morpheus (1989), boeken die een jaar later door uitgever Muisson werden verramsjd, wat uit oogpunt van een gezonde bedrijfsvervoering wellicht niet meer dan verantwoord was. In 1990 vertrok Niematz met de auto voor een reis door de Sahara. Het was niet zo'n goede auto. 70 kilometer ten zuiden van Tamanrasset raakte de versnellingsbak een kei en sloeg lek. Zijn convooi sleepte hem terug naar de stad en trok verder zonder hem. Op de vijfde dag van dit gedwongen oponthoud midden in de woestijn bereikte hem poste restante een schrijven van Theo Sontrop, toenmalig direkteur van uitgeverij De Arbeiderspers, met een uitnodiging om eens te komen praten. Uit welke ontwikkelingen Niematz' volgende publikatie voortvloeide, een gedichtenbundel met de niet verwonderlijke titel Zielsvrienden (1991)
Hoewel Niematz de poezie een warm hart toedraagt, ging hij zich vanaf 1991 volledig op proza toeleggen en wel om twee redenen: hij merkte dat de poezie een te introverterende werking op hem had, zij werd te beklemmend, de dichter in hem begon alsmaar dieper te denken, dieper te voelen, dieper in zichzelf af te stijgen. En twee: hij zou graag ook die meer sociale aspekten van zijn karakter aan bod laten komen als humor, mensenliefde c. q. -verachting, narratief talent, gevoel voor theater. Helaas moest hij constateren dat proza zo mogelijk nog hogere eisen stelt aan het denk-, voel- en in-zichzelf-afstijgvermogen dan poezie, ja, dat proza nog beklemmender is en zeker zo vervreemdend en consumptief werkt op de scheppende geest.
Vanaf '82 had Niematz gedichten gepubliceerd in tijdschriften als De Tweede Ronde, De Gids, Hollands Maandblad, Maatstaf, Dietsche Warande & Belfort en Nieuw Wereldtijdschrift. In '95 maakte hij zijn prozadebuut in De Revisor met het verhaal Oom Ed, later hertiteld als Heraclites in de hel. Misschien was hij inderdaad in de wieg gelegd voor proza en had de Arbeiderspers dat begrepen, want nog geen jaar later werden hij en zijn gedichtenbundel weggezuiverd door Sontrops opvolger Ronald Dietz. Bij Veen verscheen het eerste proza, de verhalenbundel Twee vreemden in een bootje. Het boek stond dat jaar met achttien andere op de longlist van de Librisprijs en werd genomineerd voor de Debutantenprijs 1995.
In 1975 was Niematz van Amsterdam naar Oudeschans verhuisd, een oud vestingdorp in het Oost-Groninger Oldambt. Hij houdt staande dat hij daar nog altijd woont, hoewel menig Oudeschansker zegt van niets te weten. Of dat aan hem of de Oudeschanskers ligt, vermeldt de historie niet. Het weerhield er de jury van het Belcampo-stipendium, de tweejaarlijkse literaire prijs van de provincie Groningen, in elk geval niet van hem in het jaar 2000 voor die prijs uit te verkiezen.
Intussen verschenen meer van zijn romans: Eilandvrees (Contact 1998), Op de leegte (Contact 1999), Tweemaal Flip & een borsalino (2003), en nog altijd is het de schrijver niet duidelijk of hij het schrijven nu wel of niet ''een beroep'' moet noemen. (zie Recensies in deze website)
Na verschijning van Tweemaal Flip & een borsalino (Contact, 2003) vatte Niematz het plan op van een queeste naar de vroegste periode van zijn schrijfwerk, die smeltkroes van onzekerheid, onbevangenheid en doelloosheid van de eerste jaren. Hij verbrak met dat doel voor ogen alle banden met de publiciteit, inclusief die met zijn uitgever. Een drie jaar lange radiostilte volgde, met een enkel verhaal in De Revisor en Hollands Maandblad. Het experiment slaagde - het werd een produktieve periode, met als oogst een gedichtenbundel, 2 romans en een verhalenbundel. Die twee romans zijn inmiddels verschenen bij uitgeverij Contact, te weten: Kromzicht (januari 2008) en Het wachtlokaal, een roman waarin Niematz de lotgevallen beschrijft van dienstplichtig sergeant Swartjes (Contact 2009).
In 2010 verscheen de roman Zeven dagen oud brood en half oktober 2012 verscheen In de schaduw van toekomstige rampen, de roman die Wenen en het Weense als geografisch en psychologisch decor heeft.
Acht jaar lang werkte Niematz vervolgens aan zijn tot nu toe laatste roman Smeulende vuren, bloedend hout. (uitgeverij IJzer, 2020)